“Voorzitter,

Graag willen wij ingaan op de begroting 2016, maar vanwege de verlenging van oud beleid en de geplande zero based budgetting, is sprake vaneen tussenjaar en daarom willen we ons voor nu richten op  enkele hoofdzaken die wat ons betreft raken aan goed rentmeesterschap.

Drie financiële vragen staan voor oms open en daarop vragen wij uw antwoord:

1. Het  doorschuiven van kosten naar volgende periodes, in het akkoord wordt dat activeren genoemd, baart ons grote zorgen en is in tegenspraak met het uitgangspunt van evenwicht van inkomsten en uitgaven. Bij de Sluiskiltunnel en de Sloeweg gebeurt dit al. Volgens ons wentelen we zo kosten af op de toekomst. Activeren kan alleen als de provincie inkomsten krijgt uit de investering, waarmee de investering kan worden gefinancierd. Voor 2016 zou deze praktijk volgens ons dan ook moeten worden gestopt. Deelt het college hierin onze mening en zo niet, waarom niet?
2.  Met ingang van 2017 streeft u  naar – een voor decentrale overheden gebruikelijk ratio van 1,5  voor het weerstandsvermogen. In de weerstandscapaciteit neemt u de volgende posten mee: algemene reserve, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserve. De stille reserve bestaat echter hoofdzakelijk uit vastgoed, gebouwen die niet of nauwelijks liquide te maken zijn. Wij stellen daarom voor om die posten niet mee te tellen, gaat het College daarin mee?
3. Voor Campus Zeeland honoreert u de aanvraag van 1M€ voor de aanloopfase. Voor het integrale plan staat de provincie voor 27,7M€ aan de lat. Wij hebben begrepen dat het college voornemens is om het plan integraal door te voeren. Kunt u ons meenemen in uw plan hoe u dit wilt gaan financieren?

 Verder maken wij graag van de gelegenheid gebruik om drie inhoudelijke accenten te leggen, en daarin willen wij een meer ondernemende insteek zien: publiek -, cultureel- en maatschappelijk ondernemerschap. Dat licht ik u graag toe.

 1.     PUBLIEK ONDERNEMERSCHAP

Even los van de financiële perikelen zijn wij verheugd met alle verbeteringen die worden aangebracht op de verbindingen voor Zeeland: De Sloeweg en de afslag bij Heinkenszand bevorderen de doorstroming en verkeersveiligheid. Dat laatste mag altijd op onze warme goedkeuring rekenen. Het lijkt erop dat de urgente situatie van de Zanddijk in Yerseke en de N656 in Tholen toch weer op de langere baan worden geschoven. Gezien de enorme impact aan menselijk leed die verkeersslachtoffers met zich meebrengen zouden wij deze wegen nu al hoog op de prioriteiten lijst willen zetten. En haast maken met voorbereidende studie voor reconstructie.  Hoe kijkt GS hier tegenaan? En over verbindingen gesproken: wat mogen we verwachten op breedband in het buitengebied? Er worden wel proeven gedaan maar wanneer wordt er doorgepakt? Welke toezeggingen kunt u doen, voor wat betreft de onveilige wegen en breedband?

Ook in het kader van dat publieke ondernemerschap willen wij het college om aandacht vragen voor de uitvoeringsagenda van Campus Zeeland, een initiatief wat wij een warm hart toedragen. Bij het dossier Sloeweg bleek vooral sprake van een valse start, er was geen afdoende toetsing en onderbouwing van de 100M€. Iets soortgelijks zien wij nu ontstaan met Campus Zeeland met de ‘het kan maar op één manier en dat is deze’ aanpak. Voorgesteld door een Onderwijs Autoriteit Zeeland die binnenkort wordt ontbonden. Het is een uitermate complex dossier tal van academies, instituten, fondsen, bedrijven en centra met een groot aantal partijen dat zal moeten bijdragen en waarvan ook het slagen afhankelijk is. Ook de SER inbreng zien wij graag meegenomen, bijvoorbeeld aangaande banen voor hogeropgeleiden en betere verbindingen. En als alles lukt, wat en hoeveel hebben we dan precies? We moeten nog beginnen en nu al lopen beelden ver uiteen!

Wat ons betreft staat GS twee zaken te doen:

1. Benoemen van Campus Zeeland als groot project met alles wat daarbij hoort
2. Concretiseren van de inspanningen en resultaten en inrichting project- en risicomanagement

Wil GS toezeggen dit te doen om de slaagkans van het waardevolle programma voor een sterkere kenniseconomie maximaal te verhogen? Èn om te voorkomen dat we een over een paar jaar een nieuw  debacle hebben?

 2.     CULTUREEL ONDERNEMERSCHAP

Op cultuur zien we dat er al flink is bezuinigd maar dat er nog meer donkere wolken boven hangen. De gang van zaken is nu dat – wanneer de instelling zelf inkomsten weet te genereren – deze geheel in mindering worden gebracht op de subsidie. Wat ons betreft worden deze foute prikkels nog eens goed om de loep genomen. ChristenUnie ziet graag  ondernemerschap (speciale tentoonstellingen, crowdfunding enz.) beloond en daarbij draagt de Provincie zonodig een klein deel van de kosten bij.  Kunnen we niet voor elke €1000 die binnenkomt kiezen voor een subsidievermindering van bijv. €500? Zegt GS toe deze optie te gaan bestuderen? En zoals recent in het nieuws kwam vanuit de Raad voor Cultuur laat de cultuursector door dit beleid en het grote gebrek aan samenwerking Haagse cultuursubsidies onbenut. Wat gaat GS hieraan doen?

 3.     Dan 3: MAATSCHAPPELIJK ONDERNEMERSCHAP

In de plannen zien wij volop aandacht voor ecologie, het milieu en voor thema’s als financiering. Maar zoals eerder is opgemerkt is de aandacht voor de mens erg beperkt. We zien overal om ons heen sociaal ondernemen toenemen. Het gaat dan om de aanpak van een maatschappelijk vraagstuk, niet door het opsouperen van subsidie maar op een moderne, ondernemende manier met een verdienmodel. Ook hebben wij via art, 44 vragen de Provincie zelf opgeroepen het goede voorbeeld te geven aangaande het werk verschaffen aan mensen met een arbeidshandicap. Wat gaat het college daarvoor doen?  

Wij zullen later vandaag nog komen met een motie om sociaal ondernemen, en daarmee aandacht voor de mens in de economie  een eigen plek te geven in de Economische Agenda.

Samenvattend vragen wij om goed rentmeesterschap voor wat betreft het beheer van het geld van onze burgers en het benoemen van Campus Zeeland als groot project met alle consequenties die dat heeft. Daarnaast pleiten we voor een omslag in subsidiëring van de cultuursector, een extra inspanning op verkeersveiligheid en aparte aandacht voor de mens in de economie (vooral zwakkere groepen). Wij zien met belangstelling uw antwoorden tegemoet en wensen u daarin God’s onmisbare zegen toe.

Dank u wel.”