Algemene beschouwingen: de toespraak van Jan Henk Verburg in het kader van de jaarstukken 2014

Jan Henkzaterdag 06 juni 2015 17:38

Jaarlijks legt Gedeputeerde Staten verantwoording af aan Provinciale Staten via de jaarstukken, die bestaan uit de jaarrekening en het jaarverslag. Bij deze verantwoording wordt gekeken of de doelstellingen zijn behaald en of dit binnen het budget is gedaan. Volgens de CU dient het beleid op een aantal punten te worden bijgesteld.

Meneer de voorzitter,

Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van de Jaarstukken van 2014. Op de laatste gecombineerde commissievergadering Bestuur is een groot aantal vragen gesteld en goeddeels beantwoord. Dank daarvoor. Uit al die vragen kwamen wat ons betreft drie onderwerpen naar boven die volgens ons anders moeten:

1 Het beleid met betrekking tot financiële en projectrisico’s
2 Het economische beleid
3 De verkeersveiligheid

Ad 1: Als ChristenUnie fractie moeten wij helaas onze oproep van de voorjaarsnota 2014 herhalen nl. voor een gedegen financieel beleid. De ratio voor het weerstandsvermogen daalt naar 2.7 maar daarbij worden risico’s rooskleurig ingeschat en posten deels PM weergegeven wat de situatie flatteert. In werkelijkheid komt  de bodem van onze provinciale schatkist in zicht.. Een voorbeeld van onvoorzichtig handelen vinden we dat koerswinst  op aandelen bij het fonds nazorg stortplaatsen onmiddellijk wordt afgeroomd in plaats van als herwaarderingsreserve op de balans te zetten.

Op de 22e vroegen we nog naar de risico’s rond Thermphos  en inmiddels zijn er al alarmerende berichten rondgestuurd over stopzetting van het ontmantelen vanwege de vondst van wit asbest. Onze vraag aan de gedeputeerde: kunt u inschatten wat de extra tijd en kosten zullen zijn?

Met alle incidenten rond budgetoverschrijdingen van de laatste tijd staat voor ons als een paal boven water dat het risicomanagement van grote projecten beter moet; het aanstellen van een projectdirecteur zou een eerste goede stap kunnen zijn. En hopelijk levert onze hoorzitting een aantal nuttige aanbevelingen op. Eén daarvan zou wel eens het hanteren van scenario’s kunnen zijn.

Ad 2: Wij willen ook graag reageren op het economische beleid. Met interesse hebben wij in de jaarstukken kennis genomen van de versterkende activiteiten rondom grensoverschrijdende samenwerking. Wij waarderen de bestuurlijke samenwerking, het instellen van een grensinformatiepunt en de voorbereidingen voor de nieuwe InterregV periode. Wij zien op een aantal onderwerpen positieve initiatieven ontstaan zoals gebiedsontwikkeling, rond diploma’s (de HAVO piste) en werkgelegenheid. Al mag het grensoverschrijdende werkgelegenheidsproject rond knelpuntberoepen nog wel een slag pro-actiever en ambitieuzer. Het lijkt nu allemaal vooral iets wat naast onze reguliere activiteiten wordt georganiseerd in de periodes dat er Interreg subsidies beschikbaar zijn.

Onze oproep is om op alle terreinen waar dat voordeel biedt de verbinding te zoeken met Vlaanderen, ook op veiligheid, infrastructuur, cultuur  en economie en dan op reguliere basis. Vanuit de stellige overtuiging dat minder grens wederzijds  voordeel oplevert  in de vorm van een sterkere economie, meer veiligheid en een betere leefbaarheid. En dit lukt alleen wanneer de netwerken vanuit beide landen op meer continue basis goed verbonden zijn en er vanuit de verschillende  belangen wordt gewerkt aan verbetering. De nieuwe zeesluis is een mooi voorbeeld van hoe het kan; als we over-en-weer goed luisteren naar de wensen en behoeftes is er vast nog veel meer mogelijk! Hoe staat de gedeputeerde tegenover deze visie? Is hij bereid om deze lijn te volgen en in te brengen in de Scheldemondraad?

Daarnaast willen wij de ontwikkeling van een nieuwe master van het Roosevelt StudyCenter en de UCR aan de orde stellen .De nieuwe master maakt deel uit van het ambitieuze plan Campus Zeeland, wat aan de staten is voorgesteld. In dat plan sluiten de thema’s van onderwijs en bedrijfsleven nauw aan op het Zeeuwse DNA en dat maakt het naar onze inschatting kansrijk. Daarom staan wij ook volledig achter dit plan. Daarom bevreemdt het ons dat de gedeputeerde in vorige commissie aangaf, naar aanleiding van onze vragen, dat GS niet van plan is om daar financieel in te investeren. Graag zouden wij van u willen horen of dit ook duidelijk is gemaakt naar de andere partners. Want het plan moet met andere partijen tot uitvoer gebracht worden.

Kunt u aangeven wat uw inspanningen zijn op dit dossier, wat de inzet is en op welke termijn? Want wij verwachten dat u, met de andere partijen ervoor zorgt dat het tweede college op korte termijn gerealiseerd kan worden in onze mooie Provincie. 
En een actueel punt is het mogelijke vertrek van NIOZ. Dit baart ons zorgen, omdat die organisatie ook een belangrijke rol wordt toegedicht in de plannen voor Campus Zeeland. Hoe stelt de gedeputeerde zich hierin op? Welke stappen mogen wij van u verwachten?

 Ad 3: En dan nog het punt van 3. de verkeersveiligheid, een onderwerp wat onze fractie erg aan het hart gaat. Het heeft de aandacht van het college maar intussen zien wij een stijging van  het aantal verkeersslachtoffers. In 2014 waren er 33 te betreuren. Vraag aan gedeputeerde: sluiten de afgeleide doelstellingen wel aan bij de ambitie, aangezien de doelstellingen zijn gehaald? Wat ons betreft laten we ons niet ontmoedigen en gaan onverminderd door met de acties. Het is goed om gebruik te maken van veiligheidssystematiek. Maar vanuit organisaties als de ANWB komen soms ook heel praktische voorstellen met verkeersmaatregelen met een overtuigend hoog maatschappelijk rendement, als rammelstroken langs buitenwegen. De geraamde maatschappelijke baten zijn 7x hoger dan de kosten. Wat ons betreft worden die ook serieus overwogen om daarmee bermongevallen te voorkomen. En daarnaast blijft  het natuurlijk vooral  zaak om zo goed mogelijk te monitoren waar de slachtoffers vallen en wat daar dan aan te doen is, qua weginrichting maar ook qua gedragsbeïnvloeding.

En bij de nieuwe infrastructurele werken moeten we alert blijven dat de verkeersveiligheid niet de grote verliezer wordt van de naderende bezuinigingsoperaties. Ik heb gedeputeerde Van Heukelom al horen zeggen dat bij de aanloop van de Sloeweg veiligheid op één stond en dat we nu in andere tijden leven. Laten we ervoor waken dat we teveel doorslaan naar de andere kant. Veel veiligheidskosten kunnen door een goed ontwerp juist worden voorkomen. En ook in het optimaliseren van onderhoud en van veiligheid kan adequaat risicomanagement, waarop we een slag te maken hebben, een positieve bijdrage leveren.

Vraag aan de gedeputeerde is of hij erop wil inzetten om de ambitie voor verkeersveiligheid voor de komende periode op het huidige niveau te houden.

Samenvattend vragen wij om de introductie van professioneel project- en risicomanagement. Economisch staan wij een structurele samenwerking met onze zuiderburen voor en een goed, integraal beleid ten aanzien van onderwijs en bedrijfsleven. En bovendien een onveranderd hoog ambitieniveau om de verkeersveiligheid te vergroten en het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen.

 Tot slot wil ik kwijt dat we best in een lastige periode zitten met veel heikele dossiers. Het is dan niet altijd eenvoudig om constructief en respectvol met elkaar om te gaan, terwijl we aan de andere kant wel samen de opdracht hebben om te bouwen aan een goed en veilig Zeeland. Het vergt veel wijsheid om hierin een goede weg te vinden.  Wij wensen daarin het college, de ambtenaren en onze collega’s Gods onmisbare zegen toe.

 

Jan Henk Verburg

« Terug

Reacties op 'Algemene beschouwingen: de toespraak van Jan Henk Verburg in het kader van de jaarstukken 2014'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.