Bijdrage Paul Colijn:
Meneer de voorzitter, Afgelopen woensdag was het biddag voor gewas en arbeid. Veel mensen weten zich ook voor economie en welvaart afhankelijk  van de zegen van God. Dat is ook wat de ChristenUnie als uitgangspunt neemt bij de behandeling van dit Jaarplan voor de economische agenda. De ChristenUniefractie zoekt bovenal naar het welzijn voor alle inwoners van Zeeland. Een zekere mate van welvaart is daarbij  wel een randvoorwaarde.
Menselijke opvattingen van economen,  financieel deskundigen van banken en overheid zijn in de afgelopen 5 jaren uiterst onbetrouwbaar gebleken. In 2009 veronderstelde toenmalig minister van financiën  Wouter Bos en zijn regering nog, dat Nederland wel zoveel vet op de botten had dat het door de crisis nauwelijks geraakt zou worden.
Inmiddels weten we beter. Juist in Zeeland zien we, dat we mede als gevolg van Haags Randstedelijk denken, in ras tempo overheidsdiensten vertrekken en ook gerenommeerde Zeeuwse bedrijven door de crisis failliet zijn gegaan. Zo snel gaat dat dus…. Maar toch ook recent lichtpunten voor de Zeeuwse economie zoals  de nieuwe vestigingen van bedrijven, onder andere als gevolg van Nv Economische Impuls. Van harte gefeliciteerd voor dat team van Impuls . Ook de beperkte groeicijfers van de Zeeuwse werkeloosheid vallen mee. Maar zoals aangegeven, voorzitter, in deze context wil onze fractie dus kijken naar het jaarplan van de economische agenda .
Het nu aan de orde zijnde eerste jaarplan geeft de indruk dat er ambtelijk heel hard is gewerkt. We hebben in een relatief korte tijd veel dingen tot stand zien komen, waarvoor waardering . We hebben in de commissie Economie en Mobiliteit diverse zaken aangegeven die voor verbetering vatbaar zijn zoals het meer Smart formuleren van de cases. Ook missen we een eenduidig format voor de business cases, net als het onderdeel energie en klimaat . . De gedeputeerde heeft in de commissie op deze punten toezeggingen gedaan en ook die gevraagde controlemogelijkheden toegezegd. Die toezeggingen stemmen ons voorlopig tevreden. We zijn bereid dit jaarplan als een aftrap te beschouwen om de andere zaken later nog verder te ontwikkelen.
We hebben nog wel vragen over de verdere uitwerking van de “ lobby activiteiten”  die zouden wat ons betreft ook aan de economische agenda mogen worden gekoppeld. En verder vragen over de manier waarop het college de revolverende  fondsen vorm wil gaan geven. We horen daarover  graag nog een toelichting van de gedeputeerde.
We stellen vast dat veel geld gaat naar onderzoek, marketing promotie en onderwijs. We vernemen te zijner tijd graag de resultaten van deze inspanningen in de verantwoording.  De 50% cofinanciering van provincie en marktpartijen vinden we in deze uitwerking nog niet concreet terug. We blijven daar zeker naar uitzien en verwachten daarover graag een nadere uitwerking. We staan in principe positief tegenover de ingeslagen weg en doelstellingen van de economische agenda en dit eerste jaarplan.
Nog één ding baart ons  zorgen: De nu nog beperkte broodnodige participatie van het bedrijfsleven en dan met name van het MKB aan de uitvoering van deze agenda. Wij vinden het heel belangrijk om niet uitsluitend de bekende grotere Zeeuwse spelers binnen de Zeeuwse economie bij deze agenda te betrekken. In de afgelopen maanden sprak ik veel ondernemers over dit onderwerp. Veel van hen gaven aan bang te zijn om innovaties en ideeën te delen binnen een business case, zonder dat er afspraken zijn over geheimhouding, objectieve onafhankelijke beoordeling en waarborgen zijn tegen het weglekken van concurrentiegevoelige kennis. Ook onbekendheid en onvindbaarheid weerhoudt hen ervan initiatieven richting de ontwikkeling van deze economische agenda te nemen. Bestaande instellingen zoals, Nv Economische Impuls (project InnoGo!) en het Zeeuws participatiefonds zijn verschillende spelers op het Zeeuws Economisch speelveld die wel naar elkaar doorverwijzen, maar waarvoor telkens opnieuw een nieuwe aanvraag moet komen van ondernemers. Dit lijkt ons in deze economische crisis niet gewenst. Wij stellen dan ook voor om te komen tot een provinciaal ondernemersloket, dat ondernemers relatief snel, objectief en onafhankelijk kan doorverwijzen en adviseren naar de juiste subsidie of participatievorm binnen  het Zeeuws economisch speelveld. Binnen zo’n loket zal een objectieve en vertrouwelijke toetsing plaats vinden op haalbaarheid . Vanuit dat loket kan een doorgeleiding plaatsvinden naar bestaande of nieuwe business cases . Het loket kan bijvoorbeeld bestaan uit vertegenwoordigingen van KVK, accountancy, economische impuls,  lobbyisten en bijvoorbeeld captains of industry. We zijn benieuwd of het college bereid is dit initiatief te ondersteunen en ook binnen de begroting van de economische agenda vorm te geven. Indien gewenst willen we dit initiatief graag middels een motie ondersteunen. Dank u wel .

De motie:

Provinciale Staten van Zeeland, bijeen op vrijdag 15 maart 2013

Overwegende dat:

• Ondernemers terughoudend zijn om innovaties en ideeën te delen binnen een business case, zonder dat er afspraken zijn over geheimhouding en objectieve onafhankelijke beoordeling en zonder dat er waarborgen zijn tegen het weglekken van concurrentiegevoelige kennis.
• Bestaande instellingen zoals NV Economische Impuls (project InnoGo!) en het Zeeuws participatiefonds  wel naar elkaar doorverwijzen, maar daarvoor toch later separaat  een nieuwe aanvraag moet worden gedaan.
• De ambtelijke capaciteit en die van de genoemde instellingen beperkt is.
• De vindbaarheid voor ondernemers, zowel ambtelijk als wat genoemde instellingen betreft, gefragmenteerd en niet optimaal is.

Gelet op:

• Het grote belang om zoveel mogelijk ondernemers te betrekken bij het aanjagen van kansrijke initiatieven binnen de Zeeuwse economie.

Zijn van mening:

• Dat ondernemers relatief snel, objectief en onafhankelijk moeten worden doorverwezen en geadviseerd over de juiste subsidie of participatievorm binnen  het Zeeuws economisch speelveld en de Zeeuwse economische agenda.
• Dat een snelle, objectieve en vertrouwelijke toetsing plaats moet vinden op haalbaarheid en doorverwijzing.

Dragen het college op:

• Op zo kort mogelijke termijn een zogenaamd ondernemersloket vorm te geven dat een passend antwoord geeft op bovengenoemde argumenten en bezwaren.
• Dit binnen de begroting van de economische agenda verder vorm te geven.

en gaan over tot de orde van de dag.