1. Hoe is de huidige financiële situatie van de ADRZ ziekenhuizen?

Antwoord:
Na het fusiejaar 2010 werd 2011-het jaar van een grote overheidskorting- met een positief resultaat van ruim € 9,9 miljoen afgesloten. Naar nu gebleken is, blijft de huidige productieomvang achter bij de productieafspraken voor 2012. Zo zijn minder operaties uitgevoerd, minder opnamen gerealiseerd en was de opnameduur langer, hetgeen binnen de huidige financieringssystematiek negatief uitwerkt. Vandaar is door de Raad van Bestuur een aantal maatregelen afgekondigd, waaronder het -in overleg met de medisch-specialisten realiseren van de productieafspraken door intensivering van verrichtingensessies, betere afstemming van het gebruik rond en van operatiekamerfaciliteiten in Goes en Vlissingen. Welke uitwerking deze maatregelen op de huidige productie en daarmee ook op de exploitatiecijfers zullen hebben valt moeilijk in te schatten. Zonder deze maatregelen zouden in elk geval de productiecijfers over 2012 achterblijven bij de begroting.

2. Klopt het dat de wachttijden in het ADRZ hoog zijn doordat het ziekenhuis geen productieverplichtingen heeft afgesproken met de specialisten die ook in de Victoriakliniek werkzaam zijn en dat de specialisten als gevolg daarvan daar hun uren besteden, waardoor de wachttijden in de Victoriakliniek laag zijn?

Antwoord:
Elk jaar worden, tussen ziekenhuis en de vakgroepen/maatschappen van medischspecialisten afspraken gemaakt en vastgelegd over de te behalen productie. Medici van ADRZ kunnen alleen met toestemming van de Raad van Bestuur van ADRZ werkzaam zijn bij de Victoriakliniek. Deze toestemming wordt onder meer verleend als de vakgroep garandeert, dat de productieafspraak wordt nagekomen. Wachttijden in het ADRZ zijn, zeker in Nederlands perspectief, niet hoog. De specialismen die nu acteren in de Victoriakliniek hebben geen oplopende wachttijd in het ADRZ ten gevolge van het feit dat zij ook (overigens zéér beperkt) actief zijn in de Victoriakliniek.

3. Doel was dat de Victoriakliniek patiënten van buiten het directe voedingsgebied zou aantrekken. Wordt dit doel ook bereikt?

Antwoord:
De Victoriakliniek verkeert nog in de aanloopfase. Het streven is gericht op het terugwinnen van patiënten die gekozen hebben voor zorgverlening buiten het verzorgingsgebied van het ADRZ, patiënten van Schouwen-Duiveland die voornemens zijn uit te wijken naar een ander ziekenhuis en het aantrekken van patiënten van buiten het verzorgingsgebied. De Victoriakliniek weigert overigens geen patiënten die in een eerder stadium al bij ADRZ voor een eerste polikliniekbezoek zijn geweest.

4. De indruk ontstaat dat de productie in de Victoriakliniek ten koste gaat van de productie in de publieke ziekenhuizen. Is dit beeld juist?

Antwoord:
Het onderscheid tussen private en publieke ziekenhuizen kennen wij niet (meer) in Nederland. Beide organisaties zijn op een private leest geschoeid. Daar waar het zorg uit het basispakket betreft wordt deze zowel in het ADRZ als in de Victoriakliniek gefinancierd uit collectieve middelen, die afkomstig zijn uit betaalde premies of worden kosten bij individuele patiënten in rekening gebracht. De Victoriakliniek te Zierikzee biedt sinds maart 2012 spreekuren c.q. behandelingen aan. Wij hebben geen inzicht in de vraag in hoeverre productie in de Victoriakliniek ten koste gaat van het ADRZ. ADRZ en Zorg Invest Zeeland zijn samen eigenaar van de Victoria Kliniek. Zij beschouwen elkaar eerder als samenwerkingspartners, dan als concurrenten. Tussen beiden is de principe-afspraak gemaakt dat geen verschuiving van productie wordt nagestreefd. Patiënten hebben altijd de vrije keuze te kiezen voor een medisch-specialist in het ADRZ of in de Victoriakliniek. De Victoriakliniek op Schouwen-Duiveland, waarin ADRZ via Zeeland Care BV een belang heeft van 49%, maakt het overigens minder aantrekkelijk voor andere zelfstandige behandelcentra (zbc's) zich in het verzorgingsgebied te vestigen. Wel is bekend dat vanwege langere wachttijden bij het ADRZ patiënten soms keuzes voor andere zorgaanbieders maken. Vandaar richten de maatregelen van de Raad van Bestuur zich dan ook met name op een snellere doorlooptijd in behandelingen, zodat patiënten in dat opzicht geen redenen meer hebben te kiezen voor een andere zorgaanbieder.

5. Herkent u het beeld dat onrendabele behandelingen in de “publieke” ADRZ ziekenhuizen worden verricht en de winstgevende activiteiten in het Victoriaziekenhuis of privé klinieken? Zo ja, hoe kwantificeert u de risico’s die dat met zich meebrengt.

Antwoord:
Het onderscheid in aanbod van functiepakketten is een gevolg van de geïntroduceerde marktwerking. Zo is bekend dat op laag complexe medische ingrepen doorgaans meer verdiend wordt, dan op de exploitatie van b.v. een intensive care afdeling. Bovendien, hoe meer aanbieders zich presenteren op de Zeeuwse zorgmarkt, 'hoe dunner de spoeling wordt'. Dat dit risico's in zich bergt voor de duurdere c.q. niet winstgevende zorgsegmenten, met name daar waar het gaat om de borging van de acute complexe ziekenhuiszorg, is evident. Wij zien hier met name een verantwoordelijkheid voor de zorgverzekeraar bij het contracteerbeleid, om met name die aanbieders te contracteren die een toegevoegde waarde hebben.

6. De start van de dermatologiekliniek in Middelburg (60% eigendom ziekenhuis Lievensberg) heeft er voor gezorgd dat een deel van de dermatologische behandelingen niet meer in het ADRZ plaatsvinden maar in het Lievensberg Ziekenhuis te Bergen op Zoom. Acht u deze ontwikkeling wenselijk en kunnen we nog meer van deze activiteiten verwachten ten koste van de Zeeuwse ziekenhuizen?

Antwoord:
Het specialisme dermatologie maakt nog steeds onderdeel uit van het functiepakket van het ADRZ. Zoals hiervoor gesteld gaat de vestiging van zbc's, wanneer deze productie uit de gevestigde ziekenhuizen overnemen, ten koste van de omzet van deze ziekenhuizen. Zolang concurrentie in de zorgsector wordt bevorderd en uitgelegd wordt als meer keuzemogelijkheden voor de patiënt kunnen wij niet uitsluiten dat er in de toekomst dergelijke zbc's bijkomen, terwijl vanuit onze optiek een dunbevolkte regio als Zeeland veel meer gebaat is bij onderlinge samenwerking. De huidige mededingingswetgeving stimuleert de marktwerking en beperkt de mogelijkheden van onderlinge samenwerking.

7. Acht u in de huidige omstandigheden de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg voldoende gewaarborgd voor de Zeeuwen? Graag een toelichting op uw beantwoording.

Antwoord:
Wij hebben geen signalen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, noch van andere partijen c.q. instanties dat deze momenteel in het geding is. Mocht hier sprake van zijn, zal  -naar wij verwachten- de Inspectie voor de Gezondheidszorg ingrijpen.

8. Welke acties wil het College ondernemen om te zorgen dat binnen Zeeland de kwaliteit en de bereikbaarheid van ziekenhuiszorg geborgd blijft?

Antwoord:
De fysieke bereikbaarheid van de ziekenhuisvoorzieningen boven de Westerschelde is enkele jaren geleden door ons college in kaart gebracht. Dat zowel de zorgvraag als het zorgaanbod op termijn zullen veranderen is evident. In de op 3 februari 2012 door Provinciale Staten vastgestelde visie "Kiezen of verliezen" hebben wij aan de hand van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen onze gedachten dienaangaande verwoord. Hierover zal in samenspraak met Provinciale Staten in de komende maanden een conferentie worden georganiseerd. De borging van de kwaliteit en bereikbaarheid van de ziekenhuiszorg is echter een zaak van de betrokken partijen -in casu zorgaanbieders en zorgverzekeraar- zelf.