De ChristenUnie stelt vragen over de Zeeuwse Bibliotheek

woensdag 18 januari 2012 18:50

Statenlid Paul Colijn heeft artikel 44 vragen gesteld aan het College van Gedeputeerden over de besteding van Provinciale subsidiegelden door de Zeeuwse Bibliotheek. De Provincie moet bezuinigen en dat is ook terug te zien in de hoogte van diverse subsidies. Dit geldt ook voor de subsidie die de Zeeuwse Bibliotheek jaarlijk ontvang. De Zeeuwse Bibliotheek heeft vervolgens zelf de vrijheid dit geld te besteden. Het lijkt er op dat er weinig aan evaluatie of verantwoording van dit subsidiegeld wordt gedaan. Dit baart de ChristenUnie zorgen, zeker nu de Zeeuwse Bibliotheek ervoor kiest sterk te bezuinigen op de collectie. Ook lijkt de Zeeuwse Bibliotheek op het gebied van digitalisering achter te lopen in vergelijking met andere Provincies. De ChristenUnie hoopt door het stellen van vragen over de verantwoording van de besteding van de subsidies en de vraag om een integrale visie haar zorg te signaleren en het College aan te zetten tot een regisserende rol.

Onderstaande vragen zijn gesteld:

Jaarlijks ontvangt de Zeeuwse Bibliotheek van de provincie een aanmerkelijk subsidiebedrag. In 2011 was dat 5.679.475 euro. Pas in 2014 zal er een totaal bedrag van 4.493.373 worden uitgekeerd. De rechtsvorm is van gemeenschappelijke regeling inmiddels omgevormd tot stichting. Er worden bij de verstrekking van de subsidies geen voorwaarden gesteld, maar ook geen verantwoording gevraagd over het nut en de effectiviteit achteraf. Uit diverse perspublicaties in de afgelopen maanden door of vanwege de Zeeuwse bibliotheek krijgen we de indruk dat de opgelegde bezuinigingstaakstelling van 1.186.102 euro voor 2014 primair zal leiden tot het terug brengen van service aan het publiek en verschraling van de collectie. De noodzaak om tot een compacte en toekomstgerichte organisatie met bijpassende adequate digitale dienstverlening voor het Zeeuws publiek te komen, vindt onze fractie van groot belang. De Zeeuwse Bibliotheek is op het gebied van digitale dienstverlening zoals het uitlenen van e-books en e-audiobooks (luisterboeken) nog niet ver ontwikkeld. Dienstverlening via internet als in andere Provincies zoals West Brabant en Utrecht voorhanden zijn, is in Zeeland nog niet beschikbaar en voor zover ons bekend ook niet aangekondigd. De bezuiniging lijkt op deze manier nu hoofdzakelijk terecht te komen bij de leden van de Zeeuwse Bibliotheek en dat geeft ons aanleiding tot de volgende vragen:

1. Is het juist dat de Zeeuwse Bibliotheek het subsidiegeld naar eigen inzicht en, zelfs zonder verantwoording achteraf mag besteden, en hoe verhoudt zich dat tot het rapport van de Rekenkamer eind 2011, met betrekking tot de verantwoording van door de provincie verstrekte subsidies?

2. Deelt u onze zorg dat er nu voornamelijk wordt bezuinigd op collectie en dienstverlening terwijl de huidige bedrijfsvoering qua omvang en personeel vooralsnog feitelijk gelijk blijft en dat deze bezuiniging dus onevenredige gevolgen heeft voor de leden van de Zeeuwse Bibliotheek?

3. Ziet het College mogelijkheden om gezien de grote invloed van bibliotheken op de Leefbaarheid met een meer integrale visie te komen over de aard, omvang en dienstverlening voor de komende 4 jaar van bibliotheken in de Provincie.

« Terug