De Belgische Minister heeft de Nederlandse ambassadeur op het matje geroepen om haar geïrriteerdheid te uiten omtrent het uitstellen van de verdieping van de Westerschelde. Tevens is duidelijk geworden dat de Belgische autoriteiten maatregelen in het vooruitzicht hebben gesteld om de Nederlandse regering onder druk te zetten. Eén van de maatregelen is het tol heffen op Nederlandse vrachtauto’s op de Belgische wegen. Ook worden er acties op touw gezet om geen Zeeuwse producten (mosselen) meer te verkopen in België. De Christenunie Zeeland maakt zich zorgen omtrent deze ontwikkelingen en heeft Gedeputeerde Staten de volgende vragen gesteld:

1. Is of wordt Gedeputeerde Staten door de Nederlandse regering geïnformeerd wat de inhoud van het onderhoud was met de Vlaamse premier en de Nederlandse ambassadeur in België?

2. Gaat Gedeputeerde Staten de ernst van deze zaak bespreken met de Nederlandse regering?

3. Indien deze vraag met ja wordt beantwoord, kan Gedeputeerde Staten dan aangeven op wat voor termijn?

4. Als de standpunten van de Vlaamse bestuurders werkelijk verharden wat zijn dan de gevolgen voor de verstandhouding met België?

5. Kan Gedeputeerde Staten aangeven op wat voor termijn Minister Eurlings in gesprek gaat met zijn Vlaamse collega?

6. Gaat Gedeputeerde Staten nog maatregelen nemen als de Belgen daadwerkelijk Zeeuwse producten gaan boycotten?

7. Wat zijn de gevolgen als België het overleg opschort omtrent het stationeren van een blusboot op de Westerschelde en de samenwerking in de kanaalzone?