‘Voorzitter,

Dank voor dit overzichtelijke mobiliteitsplan. Goed om te lezen dat krachten worden gebundeld door met andere organisaties samen te werken.

De ChristenUnie wil graag aandacht vragen voor een drietal zaken:

De N656 op Tholen blijft zorgelijk. Het onteigeningswet proces voor een vrijwilligers fietspad moet nog in gang gezet worden. Op de wegen categoriserings-kaart staat deze weg niet bij de 80 km. Wegen. Hoe gaat het nu verder met het fietspad.

College, gedeputeerde, veiligheid gaat de ChristenUnie boven alles. Het lijkt heel prijzenswaardig om op vrijwillige basis grond te verwerven voor de aanleg van het fietspad, maar wellicht kan er daadkrachtiger opgetreden worden. Zodat het fietspad nu eindelijk op korte termijn gerealiseerd kan worden en dat de aanleg niet voor de zoveelste keer uitgesteld wordt.

In het mobiliteitsplan wordt gesproken (blz. 18) over een kwetsbare wegeninfrastructuur.

Een voorbeeld is de omleidingsroute Vlaketunnel, als de Vlaketunnel gestremd is, stremt ook de omleidingsroute. ChristenUnie roept het college op om haast te maken met slimme, kleine wijzigingen. Om de doorstroming van de uitwijkroute te verbeteren.

 Dan het fietsvriendelijk Zeeland. (Blz. 33) De ChristenUnie is hier blij mee. (Blz4) Zeeland is een belangrijke fietsprovincie waarbij het college aangeeft dat ze dit wil verbeteren en versterken zodat Zeeland fietsprovincie nummer 1 kan worden. Fiets veiligheid is hierbij een speerpunt.

De ChristenUnie heeft onlangs vragen gesteld over de fietsvriendelijkheid bij wegwerkzaamheden.  Het antwoord wat wij op een informele vraag kregen ‘de fietser rijdt een keer verkeerd, maar weet dan dat hij anders moet rijden’, getuigt wat betreft de Christenunie nog niet van het centraal zetten van de fietser. Fietsveiligheid en fietsvriendelijkheid liggen in elkaars verlengde en zijn waardevol voor inwoners en bezoekers van Zeeland

 Voorzitter, ik dank u.’

Hieronder technische vragen die Ria Rijksen in de commissievergadering heeft gesteld m.b.t. het Mobiliteitsplan, met daaronder de antwoorden:

 1. Blz. 7: een mooi kaartje van het wegennet. Op blz. 18 wordt het capaciteitsknelpunt N59 bij genoemd. Aan welke aanpassingen kan gedacht worden om dit probleem op te lossen zonder dat de stroomweg A58/A4 zijn aantrekkelijkheid verliest? Wat is de huidige stand van zaken?

Antwoord: In de normale situatie (zonder files of stremmingen) is de N59 geen alternatief voor het doorgaande verkeer via de A58/ A4. Oplossen van files op de N59 verandert daarom de rollen en functies van deze wegen niet. De files spelen vooral tussen knooppunt Hellegatsplein en aansluiting van de Schaapsweg op Goeree-Overflakkee. Onder leiding van Zuid-Holland spannen wij ons in om op het BO MIRT (gesprek met de minister) van dit najaar een goed dossier op tafel te leggen voor Rijks investeringen ten behoeve van het oplossen van de files en verbeteringen voor de verkeersveiligheid.

2. Blz 12: N656 nieuw fietspad. Wat is de huidige stand van zaken? Wanneer de realisatie?

Antwoord: Doordat nog niet alle benodigde grond via vrijwillige verwerving gerealiseerd is laat uitvoering op zich wachten. Het college van GS zal binnenkort een formele onteigeningsprocedure in gang zetten. Uitvoering kan in uiterste geval dan nog 2 jaar op zich laten wachten, indien eerder overeenstemming mogelijk is met eigenaar kan eerder in 2017 gestart worden.

3. Blz. 18: verkeersmanagement/incidentmanagement. Wordt hier nog gezocht naar alternatieven bij afsluiting van Vlaketunnel door incidenten?

Antwoord: Onderscheid dient gemaakt tussen incidentmanagement en verkeersmanagement. De Vlaketunnel is opgenomen in diverse incidentmanagementsystemen. De Vlaketunnel is een belangrijke schakel in het Zeeuwse wegennet. Het nemen van maatregelen en de mogelijke alternatieven daarbij zijn onderwerp geweest van studie, waarbij een palet aan mogelijke maatregelen in beeld is gebracht. Daaronder ook infrastructurele. Naast het geleiden van het verkeer via de uitwijkroute N289 en maatregelen gericht op een snellere doorstroom op die route wordt gezocht naar mogelijkheden de weggebruiker sneller (meer tijdig) te informeren en op de alternatieven te wijzen. In car systemen kunnen daarbij een rol spelen. Grootschalige investeringen in infrastructuur wordt, gelet op het incidentele karakter,  vooralsnog niet overwogen.