ChristenUnie: gratis OV niet realistisch, focus op bestaande plannen
Zeeland is bezig met de ontwikkeling van ‘slimme mobiliteit’, in samenwerking met burgers, bedrijven en overheden. De ChristenUnie is voorstander van slimmer, beter en betaalbaarder vervoer. Er moeten snelle hoofdverbindingen komen. Daarnaast moeten Zeeuwen in het buitengebied ook goed van A naar B kunnen reizen. Maar de provincie is nog veel te vaag over de vraag waar de Zeeuwse reiziger in de toekomst wel en niet op kan rekenen. Daarom moeten er vooraf scherpe doelstellingen komen. De politiek heeft nog te weinig focus op waar het écht om gaat bij beter vervoer.
Afgelopen week lanceerde de Zeeuwse PvdA een plan om het OV in Zeeland gratis te maken. De ChristenUnie vraagt zich af hoe de kosten daarvan betaald kunnen worden. Wat gebeurt er als financiers niet langer willen betalen als de kosten de pan uit gaan rijzen? Hoelang gaat het duren? Want als het idee na een paar jaar onbetaalbaar blijkt, zijn we terug bij af. De Zeeuwen zijn dan teleurgesteld en het geld is voor niets geïnvesteerd. Daarnaast is bijvoorbeeld niet duidelijk hoe om wordt gegaan met vervoer dat lands- en provinciegrenzen overschrijdt. Kortom: het is een proefballon met groot lekrisico.
De ChristenUnie wil liever focussen op de plannen van het college waar de PvdA zelf inzit. De OV voorzieningen die er nu zijn, acht het provinciebestuur op termijn te kostbaar. Daarom wordt er gewerkt aan het uitrollen van ‘slimme mobiliteit’: waar bestaand OV te kostbaar is, wordt gewerkt aan andere oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan fiets-hubs, leerlingenbusjes bestuurd door ouders of deelauto projecten. Al die initiatieven moeten aan elkaar worden verbonden, wellicht door een slimme app. Zo kunnen Zeeuwen relatief eenvoudig van A naar B, zonder dat de kosten uit de klauwen lopen. Vanaf 2024 moet slimme mobiliteit het bestaande OV deels gaan vervangen.
De ChristenUnie vindt dat een goed idee, maar ziet wel één probleem: tot nu toe is het provinciebestuur niet concreet over waar het naartoe wil met slimme mobiliteit. Duidelijke doelstellingen ontbreken, en daarmee de garantie dat we in Zeeland over een paar jaar nog goed georganiseerd vervoer hebben. Om een voorbeeld te noemen: de provincie zegt OV en slimme mobiliteit ‘vraaggericht’ te willen organiseren, maar is vaag over wat dat concreet betekent.
Alle vervoer, waar ook ter wereld en op welke manier dan ook, is vraaggericht. Wat betekent ‘vraaggericht’ dan in Zeeland? Zijn dat alle bestaande OV-reizigers? Wellicht vergeten we dan de student uit Groede die nu iedere dag naar de veerboot moet fietsen, ook bij windkracht 10 of onweer. Zijn het alle mensen met de behoefte een vitale voorziening (onderwijs, zorg) te bereiken en heeft verder niemand recht op slimme mobiliteit? Of is vraaggericht breder, zijn het alle Zeeuwen die afgelegen wonen en nu geen fatsoenlijke verbindingen hebben? Kunnen bijvoorbeeld ook inwoners van Hulst aanspraak maken op een snelle verbinding met de rest van Nederland? En: hoe gaan we die vraag eigenlijk inventariseren? Wat wordt er bij het organiseren van hun eigen vervoer van de Zeeuwen zelf verwacht en wat niet?
Het antwoord op bovenstaande vragen is volgens de ChristenUnie volstrekt onduidelijk. Misschien is het eerlijke verhaal dat het provinciebestuur in sommige gevallen nee moet verkopen. Maar laat alle ronkende plannen rond slimme mobiliteit geen rookgordijn zijn om dat te verhullen. Laat het ook geen doekje voor het bloeden zijn, voor het afslanken van een OV dat al graatmager is. Het college moet vooraf duidelijk zijn over waar de Zeeuwen wel en niet op kunnen rekenen. Alleen dan kan Zeeland zinvol het gesprek aangaan met burgers, bedrijven en overheden om samen aan de slag met slimme mobiliteit.
Laat Gedeputeerde Staten (de ‘regering’ van Zeeland) met duidelijke randvoorwaarden en doelstellingen komen: maak termen als ‘vraaggericht’ specifiek, meetbaar, politiek acceptabel en realistisch. Verbind daaraan een inspanningsverplichting: misschien halen we niet alles tot op de millimeter, maar we doen ons uiterste best en zijn hierop aanspreekbaar. Pas als je zegt wat je doet, ben je aanspreekbaar op doen wat je zegt. Dat is wat iedere betrouwbare overheid zou moeten doen.
Het enige wat tot nu toe duidelijk is, is de termijn: vanaf 2024 moet slimme mobiliteit het bestaande OV gaan aanvullen. We hebben niet zo heel veel tijd meer. Daarom moeten we als politiek samen aan de slag om doelen scherp te krijgen. Wat de ChristenUnie betreft moeten er een aantal goede, snelle hoofdverbindingen zijn. Daarnaast moeten ook de Zeeuwen in het buitengebied goed van A naar B kunnen reizen. Daar mag een duidelijk meetbaar criterium bij worden gezet.
Ten slotte moet er vooral aandacht zijn voor mensen die afhankelijk zijn van vervoer door anderen: bijvoorbeeld ouderen, studenten en minder validen. De provincie moet daarbij de samenwerking zoeken met gemeenten en slimme combinaties maken met pakketvervoerders. Vervoer van kleine pakketjes en passagiers kan je in sommige gevallen wellicht combineren. Slimme mobiliteit moet iets worden van de hele samenleving; iets dat de sociale samenhang versterkt. Juist in Corona-tijden zien we het belang daarvan. Samen staan we sterk. De Zeeuwen moeten perspectief krijgen op basis waarvan ze keuzes kunnen maken over waar ze willen wonen en waar ze qua mobiliteit op kunnen rekenen. Alleen zo kunnen we (openbaar) vervoer in Zeeland slimmer, beter en betaalbaarder organiseren.